Katoen de
steunpilaar
van de
textielindustrie


Nu ging ik er altijd vanuit dat kleren van katoen geen grote impact hadden op de wereld, Nu zie je hem al aan komen: ik ga je vertellen dat ik er helemaal naast zit.

Katoen, de steunpilaar van de textielindustrie, wordt al honderden jaren gebruikt, en is tot op de dag van vandaag het meest winstgevende non-food-gewas ter wereld. In Mexico hebben ze archeologische opgravingen gedaan en fragmenten van katoen ontdekt die eeuwen teruggaan. Toen de Azteken de gebieden van de katoenteelt veroverden, werd het pas een luxe product. Maar wat Europa betreft werd het materiaal in de 16de eeuw zeer gewild.

De productie van katoen zorgt voor het inkomen van meer dan 250 miljoen mensen wereldwijd en biedt werk aan bijna 7% van alle arbeiders in ontwikkelingslanden. Ongeveer 50% van alle textiel is gemaakt van katoen.

De wereldwijde productie van katoen is groot, maar de productiemethoden voor katoen zijn totaal niet duurzaam of verantwoord. Er is 20.000 liter water nodig om een ​​kilo katoen te produceren; wat gelijk staat aan één T-shirt en één spijkerbroek.

De belangrijkste negatieve effecten zijn het gebruik van landbouwchemicaliën, en het overmatige gebruik van water. De vervuiling door de katoenteelt heeft ernstige gevolgen gehad voor ecosystemen in gebieden zoals het Aralmeer in Centraal-Azië, de Indus-delta in Pakistan en de Murray Darling-rivier in Australië.


Naast vervuiling kenmerkt de katoenteelt zich door onderbetaling.

Het is natuurlijk verkeerd dat katoen het meest winstgevende non-food-gewas ter wereld is en een onmisbaar product voor de fashion industrie, en er tegelijkertijd totaal niet wordt gekeken of katoenboeren en plukkers een fatsoenlijk inkomen ontvangen.

Tot 100 miljoen kleine boeren in meer dan 100 landen wereldwijd zijn afhankelijk van katoen en het inkomen dat ze daar voor ontvangen. Ze staan ​​helemaal aan het einde van de leveringsketen, onzichtbaar en zonder stem, en worden genegeerd door de industrie die afhankelijk is van hun gewassen.


Katoenboeren zijn op de een of andere manier altijd de dupe en blijven de verliezers in debatten over 'duurzame' en ‘maatschappelijke verantwoorden’ mode. Wanneer bedrijven praten over de 'duurzaamheid' van hun kleding productie, bedoelen ze de milieu-impact van hun grondstoffen.

Als je met bedrijven gesprekken voert over de ‘maatschappelijke verantwoorden’ ondernemen dan krijg je een verhaal over de arbeidsomstandigheden in de kleding fabriek, en wordt opnieuw de boer die de katoen verbouwd, die in onze kleding gaat, over het hoofd gezien.

Veel katoenboeren leven onder de armoedegrens en zijn afhankelijk van tussenpersonen die hun katoen kopen voor prijzen onder de kostprijs. In West-Afrika levert een klein katoen plantage van 2 tot 5 hectare net het essentiële inkomen op voor basisbehoeften zoals voedsel, gezondheidszorg, en schoolgeld.

Een daling van de katoenprijs kan ernstige gevolgen hebben voor de kwaliteit van het leven van de katoenboeren. Maar omgekeerd zal een kleine stijging van de verkoopprijs van katoen het leven van katoenboeren drastisch, en dat met weinig gevolgen voor de verkoopprijs van het kledingstuk.
De kosten van ruwe katoen zijn maar 10 % van de kledingprijs. Als we de boeren 10 % meer betalen voor hun katoenoogst,
betekent dat een stijging van één procent op de verkoopprijs in de kledingwinkel.

Kopers willen goede én maatschappelijke verantwoorde kleding, gemaakt zonder schadelijke landbouwchemicaliën en uitbuiting van boeren. We denken aan boeren als we het over voedsel hebben. Laten we ook beginnen met denken aan boeren als we onze kleding aantrekken.
Bronnen :

https://www.worldwildlife.org/industries/cotton

https://www.historic-uk.com/HistoryUK/HistoryofBritain/Cotton-Industry/

https://www.fashionrevolution.org/the-role-of-cotton-in-social-and-economic-development/